De blijde boodschap heeft geklonken,
Gods woord door Gabriel gebracht.
Het hemels licht heeft opgeblonken,
en rijk gestraald in duist’re nacht.
Aan herders heeft God doen verkonden,
de komst en de geboort’ van ’t kind.
Die ons zal redden van de zonden,
in Beth’lehems stal in ’t stro bevindt.
De hele wereld moet het horen,
God maakte Zijn belofte waar.
Uit Davids stam is ons geboren,
de Vredevorst, de Middelaar.
Komt laat ons dan dit kind aanbidden,
Immanuel wordt Hij genoemd.
Hij die als koning in ons midden,
als de Verlosser hoort geroemd.