Er is een kind geboren,
geboren in een stal.
De wereld moet het horen,
dat Hij haar redden zal.
Zijn stem zal eens weerklinken,
als Hij de wegen baant.
En met ons eten, drinken
die ons in liefd’ vermaant.
God heeft Hem uitverkoren,
geboren uit een maagd.
Die naar Zijn stem deed horen,
wiens hart Hem heeft behaagt.
Zij heeft Gods Zoon gedragen,
gedragen in haar schoot.
Tot in haar laatste dagen,
en Hem het leven bood.
Hij heeft Gods huis verlaten,
nu is de aard zijn thuis.
Straks gaat hij door de straten
en draagt voor ons het kruis.
De zonden zal Hij dragen,
dragend de wereld uit.
En doen wat God deed vragen,
hand’lend naar Gods besluit.
Er is een kind geboren,
dat Jezus wordt genoemd.
De wereld moet het horen,
Zijn naam moet zijn geroemd.
Hij hoort te zijn aanbeden,
gaat ons als leidsman voor.
Door heden en verleden
gaat zijn onwisbaar spoor.