Het smartelijk kruis waaraan Hij werd gehangen,
met spijkers wreed door hand en voet doorboord.
Zijn vingers die zich door de scherpe pijn bevangen,
fel kromden bij de slagen in het hout gehoord.
Zijn lippen die vergevend woorden spraken,
tot hen wiens wiens hand de spijkers in Zijn lichaam joeg.
Genadeloos wisten zij die met kracht te raken,
terwijl Hij God de vader voor hun daad vergeving vroeg.
Gekroond met doornen, die Hem scherp doorstoken,
werd hij bespot, vernederd en gehoond.
Zo werd vervuld het woord dat eens is uitgesproken,
hoe God in Hem de wereld heil en redding toont.
Wie kan dit lijden dat Hij wilde dragen,
beseffen en doorgronden met geheel zijn hart?
De striemen en de wonden toegebracht, de slagen,
de eenzaamheid doorworsteld en de scherp gevoelde smart.
De aanblik van het kruis doet mij alleen maar gruwen,
stil overdenkend hoe die marteling mij raakt.
Dat Christus die in liefde voor ons niet deed schuwen,
wiens dood ons tot verloste mensen heeft gemaakt.
Het kruis waaraan Hij lijdend heeft gehangen,
en 't graf waaruit Hij glorierijk is opgestaan.
Kan slechts ons hart met dankbaarheid bevangen,
steeds als wij bij het kruis weer in gedachten staan.
Dit kruis leert aan ons ook ons kruis te kunnen dragen,
en daarin navolgers van Hem te mogen zijn.
Wetend dat Hij een zwaarder kruis eens heeft verdragen,
dan voor een mens maar mogelijk zou zijn.
Hij droeg der wereld schuld en al haar zonden,
een last die zwaarder is dan 't kruis dat op ons drukt.
Laat daarom klinken blij uit onze monden,
Hem lof die ons aan de vergetelheid der dood ontrukt.
Zijn sterven en Zijn uit de bitt're dood verrijzen,
Zijn overwinning van de dood bracht ons het licht.
Hij heeft de deur naar 's hemels rijke paradijzen,
door 't kruis ontsloten dat op Golgotha stond opgericht.
Maar ook ons kruis wil Jezus doen verlichtten,
daarin van dag tot dag ook mede drager zijn.
Opdat wij door de druk niet struikelen of zwichten,
maar op een dag met Hem ook overwinnaars zullen zijn.
Justus A. van Tricht
27 april 2006