en dwaal je doeloos rond.
Doe jij de stem niet horen,
de roepstem die God zond.
Houdt jij je nog verborgen,
en Gods stem niet verstaan.
Die graag voor jou wil zorgen,
je leidend voor wil gaan.
Ben jij nog steeds aan 't zoeken,
jij hulp'loos mensenkind.
Kijkend in alle hoeken,
maar nergens uitkomst vindt.
Ben jij nu aangekomen,
op 't kruispunt van 't bestaan.
Nu al je mooie dromen,
in rook zijn opgegaan.
Blijf jij in cirkels lopen,
en loop je steeds weer vast.
Weet God houdt deuren open,
dus kom maar met je last.
Bij Hem ben je geborgen,
wanneer je tot Hem snelt.
Hij luistert naar je zorgen,
je nood aan Hem verteld.
De Heer zal je ontvangen,
Vader ziet naar je uit.
Hij doet naar je verlangen,
en wacht tot je besluit.
Hij heeft Zijn beide armen,
reeds voor je uitgespreid.
Hij zal je hart verwarmen,
in liefde voortgeleid.
Nu hoef je niet meer dwalend,
en doeloos verder gaan.
Zijn woord wijst je verhalend,
de juiste weg weer aan.
Nu kun je veilig verder,
de weg aan Vaders hand.
Die als een Goede Herder,
voert naar 't beloofde land.
De auteur heeft de tekst getoonzet en deze is op aanvraag verkrijgbaar
Justus. A van Tricht
21 april 2006