dat is de deur van God.
Die deur wordt nooit gesloten,
en gaat ook nooit op slot.
Die open deur des Levens,
waar ieder door mag gaan.
Die zal God nimmer sluiten,
die laat Hij openstaan.
't Is niet als bij de mensen,
die sluiten deuren af.
En doen of zij niet thuis zijn,
of zwijgen als het graf.
Bij God is het net anders,
Hij houdt graag open huis.
Want hij roept al Zijn kind'ren,
genodigd bij Hem thuis.
Hij noodt hen aan Zijn tafel,
Hij schenkt hen brood en wijn.
En Hij wil voor Zijn kind'ren,
steeds bron van vreugde zijn.
Waar andere deuren dicht zijn,
of blijven op een kier.
Daar staat Gods deur steeds open,
met Jezus als portier.
Justus. A van Tricht
21 april 2006