Ken jij ook die strijd, die vragen,
die er in het leven zijn.
Lichte maar ook donkere dagen,
met hun moeite en hun pijn.
Schreeuw je 't soms ook uit naar boven,
als je 't even niet meer ziet.
Dat je hart niet meer kan loven,
is verstild je vreugdelied.


Ken jij ook die bange uren,
tijden van benauwenis.
Als je slagen moest verduren,
en de toekomst duister is.
Ken jij ook van die momenten,
dat het licht je soms ontbreekt.
Dat het winter lijkt, geen lente,
alles om je heen verbleekt.


Ken je ook het groot verlangen,
dat dan 't zonlicht weer verschijnt.
Om je in haar gloed te vangen,
met haar stralen zacht omlijnt.
Weet dat je tot God kunt vluchten,
die je noodkreet heeft gehoord.
Kent je noden en je zuchten,
Hij die je gebed verhoort.


Doe je knieen dan maar buigen,
spreek je voor de Heer maar uit.
Dan zal Hiij je doen betuigen
d' uitkomst waartoe Hij besluit.
Dan laat Hij je hart weer zingen,
maakt van winter, zomertijd.
God verrast je door de dingen,
die het weer opnieuw verblijdt
Justus.  A van Tricht


18 april 2007

You have no rights to post comments