Er is een stad met brede straten,
waar alles blinkt in klatergoud.
Waar mensen, lachen, zingen, praten,
en waar men van elkander houdt.
Een stad waarin men feest doet vieren,
waar allen blij, gelukkig zijn.
Waar blijdschap elk gezicht doet sieren,
met eeuwig durend zonneschijn.


Dit is de stad die God deed bouwen,
het hemelse Jeruzalem.
Die Hij ons eenmaal laat aanschouwen,
wanneer wij zullen gaan tot Hem.
Het is een stad vol groene bomen,
met waterbronnen, schoon en fris.
Met weiden die de stad omzomen,
een stad waar enkel vreugde is.


Het is de stad van Gods belofte,
het is de stad van heil en vree.
Het is de stad van Zijn gelofte,
die is gebouwd naar Gods idee.
Het is een stad vol diamanten,
en edelsteen in elke soort.
Die schitteren naar alle kanten,
het door de Heer beloofde oord.


De hemelstad is vrij van plagen,
waar dood en ziekten niet meer zijn.
Waar allen witte klederen dragen,
die in de stad aanwezig zijn.
De stad heeft ongekende maten,
haar oppervlakte eindeloos wijd.
Waar vreugde in haar hoogste staten,
door God aan ieder wordt bereid.


Justus. A van Tricht


13 april 2006

You have no rights to post comments