De reis gaat naar de gouden stad
die God ons pelgriims liet beloven
wij trekken voorwaarts langs het pad
en blijven in de aankomst geloven,

God zelf gaat in een wolk ons voor
die voor onze ogen op blijft lichten
zo wijst Hij aan ons weg en spoor
waar oog en voeten zich op richten.

Want eenmaal worden wij verrast
door wat wij vreugdevol aanschouwen
en zien waarop God ons vergast
omdat wij Hem bleven vertrouwen.

Daar aangekomen zijn wij thuis
ontvangen wij van God Zijn schatten
bezitten straks een eeuwig huis
met glanzen die ons rijk omvatten.

Een heerlijk feest wordt aangericht
voorzien van beste wijn en spijzen
waar wij als pelgrims in Gods licht
Zijn naam voor altoos zullen prijzen.

You have no rights to post comments