Alles verliest zijn glans
geen ding behoudt zijn waarde
alles vergaat nochtans
nog steeds op deze aarde.
Geen munt behoudt zijn macht
zelfs goud en zilver blijken
als men het niet verwacht
ons niet meer te verrijken.
Al wat wij zien vergaat
en gaat eenmaal verloren
bezit brengt ons geen baat
dat lot is ons beschoren.
Want wat de mens vergaart
moet hij eenmaal opgeven
al vroeg werd hem verklaard
er is een eind aan ’t leven.
De dood staat niemand toe
want hij laat confisqueren
al ons bezitsgedoe
wat elk eens mocht beheren.
Geen goud of diamant
zal ons ooit vergezellen
wanneer de dood zijn hand
ons tegemoet komt snellen.
Ons rest een simpele wade
die in de dood ons hult
wanneer de laatste spade,
met zand ons graf opvult.
Al wat wij hier bezitten
blijkt bruikleen en niets meer.
waarom zou ons hart klitten
aan wat vergaat steeds weer.
Want stoffelijke zaken
brengen geen echt gewin
geen geldstuk dat kan maken
einde aan ons doods begin.
De dood blijkt niet omkoopbaar
vermurwbaar is hij nooit
zijn zandloper niet keerbaar
waarmee hij is getooid.