God werpt de zonden van ons in de zee
wanneer wij die oprecht voor Hem zullen belijden.
Dan krijgen wij van Hem vergeving mee
met d’ opdracht voortaan onze fouten te vermijden.
God wil niet dat wij steeds weer vissen gaan
naar de tekorten die wij eens bij anderen zagen.
Wat God vergeeft is bij Hem afgedaan
een oude zondelast hoeft men niet meer te dragen.
God heeft voor ieder van ons maar een wens
de zonden op de bodem van de zee te laten.
Omdat naar zonden vissen door een mens
hem in het leven nimmermeer als mens zal baten.
God geeft geen hengel om te vissen mee
want dat heeft Hij nadrukkelijk verboden.
Laat alle zonden in de diepten van de zee
dat wordt door God aan alle mensen hen geboden.