Als de nood zo hoog gerezen
tot aan onze lippen komt.
En wij voor ons leven vrezen
angstig kijken in het rond.
Wanneer onze mond blijft roepen
hopende dat God ons hoort.
Onze woorden tot Hem klinken
tot er voor ons redding gloort.
Bijstand zal de Heer dan zenden
en reikt ons Zijn rechterhand.
Die ons trekt uit de ellende
want Hij heeft met ons een band.
Nimmer laat God ons verzinken
in de diepten van de zee
Hij laat steeds Zijn licht weer blinken
voert ons aan Zijn handen mee.
God zet ons weer op de voeten
Hij richt steeds de mens weer op.
Want in trouw blijft Hij ons leiden
liefde slaat Zijn hartenklop.