Hij komt Hij komt met majesteit
kijk om u heen het is haast tijd.
De lofbazuin wordt aangezet
door engelen aan hun mond gezet.
Nog even dan verschijnt de Heer
en daalt Hij op de aarde neer.
Dan breekt voor ons de heilstijd aan
en is ’t met onrecht, leed gedaan.
Want dan spreekt God Zijn oordeel uit
dat klinkt als donderend geluid.
Zoals het flitsend onweer klinkt
dat oor en wezen scherp doordringt.
Een ieder gaat Zijn troon voorbij
ter linker en ter rechter zij.
De laatsten gaan het Godsrijk in
aan hen betoont God Zijn bemin.
Zij die in ’t eeuwig duister gaan
hadden op aard een rijk bestaan.
Zij luisterden niet naar Gods stem
ook hen riep Hij tot zich met klem.
Al wie door Christus zijn gered
die worden straks opzij gezet.
Ontvangend ’t witte kleed hun deel
de schatten Gods onnoemelijk veel.
Want Hij maakt voor Gods kinderen plek
en krijgen eens hun vaste stek.
Die in het licht der eeuwigheid
voor hen door Christus is bereid.