Soms kan het leven bitter smaken,
als tegenspoed zijn hand opheft.
En ons bestaan daarmee zal raken,
de klap gevoeld, de pijn beseft.
Die heftig soms ’t bestaan laat wankelen,
door pijn verdriet ons aangericht.
En in het duister niet laat sprankelen,
iets van een ster een sprankje licht.
De levensweg kent smalle paden,
die moeilijk, zwaar begaanbaar zijn.
Met zorg en moeiten overladen,
vol dorenstruiken met venijn.
Maar toch zijn er ook brede wegen,
waarover onze voet mag gaan.
Waarop ons toevloeit heil en zegen,
die vreugde brengt in ons bestaan.
De smaak van vreugde zal verzoeten,
de bitterheid van ons verdriet.
Die wij afwisselend gaan ontmoeten
op wat de levensweg ons biedt.
Het is Gods hand die ons wil leiden,
door alle wisselingen heen.
Wiens liefde nooit van ons zal scheiden,
Hij laat ons nimmermeer alleen.