U bent het Heer die luistert,
U bent het die ons hoort.
En wat ons hart soms kluistert,
wat aan U wordt verwoord.
U kent en kunt doorgronden,
al wat er in ons leeft.
U bent het die de zonde,
vergeeft, die aan ons kleeft.
Wij mogen steeds ervaren,
Uw liefde, Uw geduld.
Die U blijft openbaren,
Uw Geest schenkt die vervult.
Die wil ons leiden, leren,
zijn ’t licht in ons bestaan.
Die brengt ons hart in sferen,
van vreugd om in te gaan.
Uw oog blijft op ons rusten,
Uw hand is ons nabij.
Van angst en verontrusten,
maakt U ons leven vrij.
In moeiten wilt U dragen,
in tijden van bezwaar.
In nood wij naar U vragen,
staand in Uw liefd’ steeds klaar.