Mijn hart Heer is met vreugd vervuld,
en zingt haar blijdschap uit.
Tot U klinkt dank en lofzang op,
met liefelijk harp geluid.
Uw Naam zo hoog verheven, groot,
zo liefdevol Uw wezen.
Uw trouw waarmee Gij mij omsloot,
Uw goedheid mij bewezen.
Geborgen in Uw handen Heer,
omgeven met Uw licht.
Dat met haar glanzen mij omstraalt,
mijn levenspad verlicht.
Beveiligd door Uw herderstaf,
Uw hoede en Uw zorgen.
Leg ‘k aan Uw hand mijn reisweg af,
U prijzend in de morgen.
Met zegen word ik rijk omhuld,
met gaven mild en goed.
Gij vult mijn handen keer op keer,
gul met Uw overvloed.
De rijkdom die Uw woord mij biedt,
aan liefde en aan troost.
Maakt dat mijn hart haar vreugde lied,
brengt aan de Allerhoogst.
Wat mij de dag van morgen brengt,
de toekomst die mij wacht.
Is ingaan in Uw koninkrijk,
U eeuwig lof gebracht.
Als alles hier zal zijn volbracht,
na moeiten zorg en strijd.
Word ik door eng’len thuis gebracht,
in ’t huis voor mij bereid.