Ik heb zo Heer aan U mijn vragen
waarmee mijn hart Heer is vervuld.
Een last in ’t leven kreeg te dragen
die kracht en moed vraagt en geduld.
Om Heer die last te kunnen torsen
die zo zwaar op mijn schouders drukt.
En daar de reden van doorvorsen
gaande onder die last gebukt.
Wat is de noodzaak van dit dragen
waarvan ik de reden niet begrijp.
Mij in ’t verborgene Heer laat klagen
blijkt ’t geloof soms onvoldoende rijp?
Soms branden tranen in mijn ogen
van ’t stil verdriet dat maar niet wijkt.
Waardoor nog steeds mijn hart bewogen
naar Uw bevrijding Heer uitkijkt.
Kom met Uw antwoord op mijn vragen
die ik Uw kind U heb gesteld.
U van de last die ‘k heb te dragen
aan mij de reden Heer verteld.
Leer dan mijn hart Heer te aanvaarden
wat op mijn schouders is gelegd.
En deze last die ‘k draag op d’ aarde
door U aan mij is uitgelegd.