U Heer die onze zwakheid kent
al ons tekort in woord en daden.
Uw woord spoort ons geduldig aan
laat mond en hand de naast niet schaden.
U weet van onze moeite en strijd
die wij steeds tegen ’t kwade voeren.
En hoeveel kracht die strijd ons kost
om ons niet in te laten snoeren.
Maar in die strijd schenkt U ons kracht
zo komen wij de strijd te boven.
Die ons de overwinning brengt
waarvoor w’ U danken en U loven.
Wij kunnen niet op eigen kracht
’t verleidend kwade overwinnen.
Maar enkel als U met ons gaat
daartegen strijdend te beginnen.
U zegt, “ Ik blijf u steeds nabij
want in de strijd zal dit u baten.”
De troost van Uw beloften is
dat U ons nimmer zult verlaten.
Van kracht tot kracht gaan wij Heer voort
in ’t licht en door Uw woord gedragen.
Wetend dat ieder in de nood
bij U om kracht en hulp kan vragen.