Ik zie soms levenden als doden
met grauwe blik door ‘t leven gaan.
Getekenden die met een loden
last trekkend zijn door het bestaan.
Er straalt geen vreugd meer uit hun ogen
want hun gelaat is zeer verdoft.
Maar God Hij is met hen bewogen
want ook voor hen geldt Zijn beloft’.
Het lijkt of zij Gods stem niet horen
die tot hen opklinkt van omhoog.
Want doden maakt Hij als herboren
en trekt hen uit hun graf omhoog.
God spreekt tot hen die zijn als doden
“Kom allen tot Mij en kniel neer.
Dan wordt Mijn hulp u aangeboden
en schenk Ik u het leven weer”.
U hoeft geen zwaardere last te dragen
dan die Ik u te dragen geef.
Ik zal uw voeten altijd schragen
zolang u hier op aarde leeft.
Behoort u ook soms tot diegenen
als doden door het leven gaand.
Met doffe ogen van het wenen
de beide wangen zeer betraand.
Laat God de Heer uw tranen drogen
Hij wist ze voor u een voor een.
Dan zendt Hij tot u uit de hoge
Zijn vreugde en vrede om u heen.
Wie dood bleek wekt de Heer tot leven
en trekt hem uit het duistere graf.
De doodsheid die hem bleef omgeven
legde hij door Gods liefde af.
Weer helder stralen nu de ogen
van hen die eerder dood gewaand.
Omdat God zo met elk bewogen
een nieuwe weg hen heeft gebaand.