Hij die aan ons het leven geeft
laat om ons heen Zijn lichtglans stralen.
Hij wijst ons naar Zijn toekomst heen
het Godsrijk met zijn vele zalen.
Dat eens op aarde wordt gesticht
waar al Gods kinderen zullen wonen.
En zij Hem in het eeuwig licht
hun dank en eer en lof betonen.
Hij houdt de wereld in Zijn hand
waar ook ons leven in geborgen.
Met liefde en trouw door Hem omspant
leidt Hij ons naar die blijde morgen.
Waarop met luid bazuingeschal
dat overal zal zijn te horen.
Dat Hij als koning komen zal
die deze dag voor ons laat gloren.
Dan is de nacht voorgoed voorbij
die zal ook nimmer wederkeren.
De dag krijgt eeuwige heerschappij
met ongekende vreugdesferen.
Dan staan wij allen rond Gods troon
wiens naam wij lof en eer betuigen.
Met aan Zijn rechterhand Zijn Zoon
die wij met de engelen saam toejuichen.
Geschapen is een nieuw bestaan
een nieuwe wereld er gekomen.
En die ook nimmer zal vergaan
dit is het land van onze dromen.
Het land van eeuwige vrede en rust
waar ook geen ziekte en dood meer heersen.
Wij blijde ons van ’t heil bewust
de liefde ons hart steeds zal beheersen.
Geen zonde zal in ’t Godsrijk zijn
want zonde is door God verbannen.
Uit ons bestaan van angst en pijn
behorend bij Gods reddingsplannen.
Door Jezus Zijn vergoten bloed
Gods Zoon voor ons aan ’t kruis gestorven.
Heeft Hij voor onze schuld geboet
en ’t eeuwig leven ons verworven.