Als eens de laatste stap gezet
ons tilt van d’ aard naar ’s hemels dreven
gaand door de poort van ’t eeuwig leven
door Jezus hand en liefd’ gered.
Dan rijst de ziel naar d’ eeuwige kusten
om daar in ’t vredelicht te rusten.
Van ziekte en zond’ voorgoed ontzet
waar ons een woning wordt gegeven.
Tot hemelhoogten opgeheven
niemand ons d’ eeuwige vreugd belet.
Dat is de toekomst die ons wacht
om met de engelen hierboven
Gods naam en almacht te gaan loven
voor d’ heerlijkheid door Hem bedacht.
Dit blij vooruitzicht laat ons hopen
eens d’ hemel in te mogen lopen.
Waar schoonheid ons zo ongedacht
aan alle zijden zal omringen.
Verbaasd laat zijn over de dingen
van Gods verworven hemelpracht.