Er vaart een scheepje over ’t water
met bolle zeilen voor de wind.
Het koerst met Jezus als de stuurman
die zich aan boord van ’t schip bevindt.
Hij vaart met ’t scheepje naar de haven
die aan de verre einder wacht.
Waarmee wie zich op ’t schip bevinden
beveiligd worden thuisgebracht.
Door hoge golven, storm en winden
doorklieft het schip de wijde zee.
Tot het met Jezus zal belanden
in d’ haven met zijn veilige ree.
De Heer wil ook jouw scheepje brengen
naar d’ haven aan de overkant.
De plaats waar je eeuwig mag vertoeven
’t door God beloofde Vaderland.