Er is een lege plaats ontstaan
sinds jij mijn liefste bent gestorven.
Alleen moet ik nu verder gaan
maar jij hebt reeds Gods heil verworven.
God riep je in Zijn licht naar huis
nu mag je in de hemel wonen.
Na ’t aardse strijden eindelijk thuis
zal Hij je alle rijkdom tonen.
Ik laat in stilte en eenzaamheid
om ’t afscheid nu mijn tranen lopen.
Maar ik blijf ook op Gods heerlijkheid
en op mijn thuiskomst eenmaal hopen.
Naar ’t weerzien met jou zie ik uit
en hoopvol naar die dag verwachten.
Ik je weer in mijn armen sluit
jou beeld gegrift in mijn gedachten.
’t Verlies zal niet voor altijd zijn
God laat ons eens weer samen komen.
In ’t land waar geen verdriet en pijn
de plaats is waar ik van blijf dromen.
Ondanks verdriet en eenzaamheid
blijf ik toch ’s Heren goedheid prijzen.
Jezus koning in heerlijkheid
laat ons eens uit de dood verrijzen.
Zoals de Heer de dood ontrees
zullen wij eenmaal hem ontkomen.
Ons hart kent voor de dood geen vrees
Gods toekomst wordt ons niet ontnomen.
De lege plaats wordt weer gevuld
want daar zal God voor ons gaan zorgen.
Als op de grote dag onthuld
wordt d’ uitkomst zichtbaar op die morgen.