Eens zal de nieuwe lente komen
waarop de eeuwige zomer volgt.
De werkelijkheid van onze dromen
wordt in Gods koninkrijk vervolgd.
De schepping ligt thans nog te zuchten
onder verkeerd rentmeesterschap.
Dat d’ aard van mensen heeft te duchten
want niemand zet de juiste stap.
Gods hart met d’ aarde zeer bewogen
ziet wat gebeurt angstvallig aan.
De Heer krijgt tranen in Zijn ogen
om wat de aard wordt aangedaan.
Maar God Hij kan het tij niet keren
de mens heeft zijn verantwoordelijkheid.
Om van zijn handelen te leren
ook al verkrijgt hij eenmaal spijt.
God ziet Zijn schepping stil verkwijnen
de aarde geeft een duidelijk signaal.
Dat er teveel is aan ’t verdwijnen
ten koste van ons allemaal.
Toch schudt God steeds weer mensen wakker
en hoopt dat zij Hem gaan verstaan.
De wereld wordt straks dodenakker
als alles zo maar door blijft gaan.
Hij houdt Zijn woord voor aan ons mensen,
voer toch Mijn opdracht eindelijk uit.
Voldoe eens eindelijk aan Mijn wensen
en neem nu eens dat wijs besluit.
Die heel de Schepping kan bevrijden
van ’t kwaad dat haar wordt aangericht.
En mens en aarde samen lijden
ga mensheid wandelen in Mijn licht.