Het licht van Gods aanwezigheid,
dat voor ons is ontstoken.
Haar stralen in de ruimte spreidt,
straalt helder ongebroken.
Het spreekt van liefde en van trouw,
verhaalt van Gods genade.
En met dit licht in ogenschouw ,
laat God er ons in baden.
Dit licht dat voor ons uitgespreid,
de ruimte blijft vervullen.
Is spiegel van de eeuwigheid,
waarmee God wil omhullen.
Een ieder die naar ‘t licht opziet,
hen daarmee overspoelen.
Symbool van toekomst in ‘t verschiet,
die komt naar Gods bedoelen.
Gods licht dat hart en ziel verblijdt,
ons uit het duister heffend.
Het licht dat naar het leven leidt,
ons met haar stralen treffend.
Met gouden glans haar koorden spint,
waarmee God ons wil trekken.
Licht van de Heer die ons bemint,
doet in ons vreugde wekken.