Zal Hij op aarde geloof nog vinden,
wanneer Hij eenmaal wederkomt.
Bij al Zijn schapen Zijn beminden,
Zijn kudde op het wereldrond.
Of deed hen wolf en beer verslinden
doordat zij waren afgedwaald.
En zal Hij nergens geloof meer vinden,
omdat ’t tot het nulpunt is gedaald.
Zijn er dan nog wel trouwe schapen,
op Hem de Heer, hebben gewacht.
Of lieten zij door ’t kwaad zich kapen,
voordat zij werden thuisgebracht.
Hij heeft hen immers laten weten,
dat voor Zijn komst verdrukking wacht.
Dat moesten zij nimmer vergeten.
tot komen zou de laatste nacht.
Hij vroeg hen immers steeds te waken,
tot Hij hun Herder wederkomt.
Zorgend rondom dat ’t kwaad zal staken,
en tot in eeuwigheid verstomt.
Hij wil hen immers zalig maken,
Hij gaf Zijn leven aan het kruis.
Om in het Godsrijk plaats te maken,
hen brengend eens bij Vader thuis.
Want Jezus hoopt dat er miljoenen,
voor Zijn verlossing over zijn.
Door Hem met God laten verzoenen,
en eeuwig leven in Zijn schijn.
Wie voor Zijn komst reeds is gestorven,
maar in Hem Herder heeft geloofd.
Heeft ’t eeuwig leven reeds verworven,
dat hem door Jezus is beloofd!