Behandel de liefde behoedzaam
en koester haar teer als een roos.
Bewandel met haar steeds die wegen
en bedenk steeds de liefde is broos.
Het wonder der liefde gegeven
dat kwam uit Gods hand en Zijn bron.
Want liefde haar taak is te leiden
waarom het in ’t leven begon.
God heeft er de glans aan gegeven
en ook er de geur aan gebracht.
Verfijnder is er niet te vinden
zo heerlijk doordringend en zacht.
Besef dat die roos ook kan breken
er niet goed mee om wordt gegaan.
Dat liefde daardoor kan verwelken
en daardoor als roos zal vergaan.
Zorg goed voor die roos in het leven
doorlopend met aandacht gevoed.
Dan kan en dan blijft zij ook prijken
bedoeld als zij is en behoed.