Als eens je levenskaarsje dooft
verwacht waarin je hebt geloofd.
Dan schenkt Jezus wat is beloofd
't leven wat niemand je ontrooft.
De dood heeft over jou geen macht
je reist naar 't licht vanuit de nacht.
Dat wenkend je met grote kracht
zorgt dat je ziel wordt thuis gebracht.
Gods engel draagt met vleugelslag
je ziel naar waar die wonen mag.
En maakt je van het heil gewag
toont heerlijkheid die je nooit zag.
Dan steekt God weer jouw kaarsje aan
je kaarsvlam krijgt een nieuw bestaan.
Het licht zal nooit verloren gaan
want daar heeft God voor ingestaan.
Je nieuwe kaarsvlam die straks brandt
ontvang je in het hemels land.
Die opnieuw aan de overkant
door God voor eeuwig wordt geplant.