Het is Gods Geest die van ons levensschip de zeilen bolt
en die ons voortstuwt over 's levenszee en golven.
Dit schip waarvan de Heiland onze Stuurman is
geleid door storm en wind raakt het nimmer bedolven.
Hij stuurt het schip recht op de veilige haven af
naar 't land waar Hij het eenmaal af laat meren.
Waar w' aan de kade God de Vader daar zien staan
die op ons wacht om in Zijn woning te verkeren.
Het is dit blij vooruitzicht dat ons hart steeds weer vertroost
en geeft ons kracht om met de Heer de reis te maken.
Vertrouwend op Zijn woord Zijn liefde en Zijn trouw
Zijn licht dat ons verwarmend met haar gloed blijft raken.
Licht dat ons voorgaat in het duister van de nacht
waarvan de glans ook nimmer zal verbleken.
Het einde van de reis vindt glorierijk besluit
want van het einddoel wordt beslist niet afgeweken.