God zit niet in een hoge toren
afstandelijk ver bij ons vandaan.
Maar Hij wil heel dicht bij ons horen
en is met ieder mens begaan.
God heeft geen voorkeur voor de rassen
van blank of bruin van geel of zwart.
Want al die mensen samen passen
met liefde in Gods ruime hart.
God is als Schepper hoog verheven
maar toch is Hij ons zeer nabij.
En dat is altijd zo gebleven
want God bezit de heerschappij.
Zo snel als ’t licht komt Hij ons nader
een oogwenk en dan is Hij daar.
Dan toont Hij zich een liefd’vol Vader
en roept; Mijn kinderen kom nu maar.
Die roep blijft dagelijks weerklinken
totdat wij gaan en hem verstaan.
En daarna in het zonneblinken
het silhouet van God zien staan.
Dat door haar gouden glans beschenen
op d’ achtergrond voor ons versterkt.
Laat zien hoe God ons is verschenen
met macht die door niets wordt beperkt.