de Zoon des Vaders kwam weer thuis.
Op wolken werd Hij voortgedragen,
Hem wachtte weer het Vaderhuis.
Hij liet op d' aard Zijn vrienden achter,
aan hen de Heilige Geest beloofd.
Die Hij met kracht tot hen zou zenden,
en door hen op Zijn woord geloofd.
Door hemelkoren blij ontvangen,
bejubeld met hun lofgezang.
En naast Zijn Vader weer gezeten,
weerklinkt hun vreugdevolle zang.
In 't schitterend kleed dat Hij doet dragen,
en om Zijn schouders gedrapeerd.
Wordt Jezus voor Zijn trouw volbrengen,
van Vaders opdracht nu geëerd.
Een nieuwe opdracht Hem gegeven,
woningen bouwend in Gods huis.
Waar al Gods kinderen zullen wonen,
't vervolg van lijden en van kruis.
Want boven alle gouden sterren,
die glinsterend aan de hemel staan.
Mogen zij die door God geroepen,
verblijdt hun woning binnengaan.
Nog eenmaal zal Hij wederkomen,
daalt Jezus op de wolken neer.
Dan zullen alle volkeren knielen,
voor Hem als Koning en als Heer.
Zijn Koninkrijk is dan gekomen,
als Hij op d' aarde vrede sticht.
Dat naar de plannen van Zijn Vader,
voor aller oog wordt opgericht.