De toekomst die voor ons oplicht
die begint eens met Gods gericht.
Hier zift God kaf en koren uit
waarmede Hij ’t gericht besluit.

De eerste groep verdwijnt in ’t vuur
d’ andere door God gekeurd als puur.
Die mag het Godsrijk binnengaan
ontvangt van God een nieuw bestaan.

Wie rondkijkt ziet dat de tijd dringt
voordat Gods bazuin plots opklinkt.
God laat de tekenen duidelijk zijn
die klinken bij het slotrefrein.

Eens aan het eind van d’aardse nacht
wordt dan Gods Morgenstond verwacht.
De dag waarop al ’t kwade zwicht
verwijderd voor Gods aangezicht.

In ’t hemelse Jeruzalem klinkt
dan van vreugd de blijde stem.
Die God voor alles eer bewijst
Hem lof zingt en met liederen prijst.

 

You have no rights to post comments