In Gods ruime hemelzalen
klinken lofzang en muziek.
Om van Zijn liefd’ te verhalen
zo oneindig en uniek.
Ieder instrument aanwezig
saamgevoegd tot een orkest.
Is met de zangstemmen bezig
God te prijzen op hun best.
Op een dag mag men behoren
tot dit saam gevoegd geheel.
Mee te zingen in de koren
nemend aan ’t muziekfeest deel.
Harpen strijkers en trompetten
fluiten hobo’s warm van sfeer.
Spelen met de klarinetten
symfonieën voor de Heer.
‘t Gebeuren blijft zich herhalen
’t eind daarvan komt nooit in zicht.
‘t Is aan God de dank betalen
voor wat de Heer heeft verricht.
Vol verwachting mag men uitzien
plaatsing in ‘t koor of ’t orkest.
En zich volop in te zetten
want dan zorgt God voor de rest.
’t Hemels feest is eeuwig durend
harmonieën klinken voort.
Door de engelenzang voortdurend
tot een nieuw lied aangespoord.
Liederen overgaand in dansen
slaande op de tamboerijn.
Laat de Gods geboden glanzen
om ons heen geweldig zijn!
Liedboek v.d. Kerken 445