Heer houdt mij vast als ik moet lijden,
als 's levenslast mij weer bezwaard.
En ik weer ken de donkere tijden,
G' opnieuw aan mij Uw trouw verklaard.
Ik weet mij in Uw liefd' geborgen,
van morgenstond tot 't avondrood.
Dat U altijd voor mij blijft zorgen,
mij steeds nabij bent in de nood.
Ik weet ik kan mij Heer verlaten,
op U en op Uw liefdesteun.
Uw oog Heer houdt mij in de gaten,
als ik vermoeid op Uw arm leun.
Die zal voor 't struikelen mij behoeden,
gaande met U op 't levenspad.
Waar U een valkuil doet vermoeden,
mijn hand door d' Uwe houdt omvat.
Gij spreekt mij steeds van goede tijden,
die voor mij zullen komen gaan.
De dagen vol van vreugd, verblijden,
zij zullen m' eens voor ogen staan.
Ook dan blijft Heer Uw hand mij leiden,
naar 't uur van 't allergrootste feest.
Waarop Uw hand mij van het lijden,
van wonden en van pijn geneest.
Justus A. van Tricht
16 juni 2006