Overal is strijd te merken
als het gaat om geloof’, bezit.
Niemand weet zich te beperken
waar de zin van ’t leven zit.
‘t Is niet om elkaar te doden
crimineel of terrorist.
Dat valt onder Gods verboden
en dat elk dat heel goed wist.
In Gods woord de tien geboden
komt ’t gebod ook duidelijk voor.
Men zijn naaste niet mag doden
dat vereist ons luisterend oor.
Zonder gewelddadigheden
is er ook rondom veel strijd
Dingen die een mens pijn deden
waar hij met verdriet aan lijdt.
Heel de wereld blijkt de smeltkroes
van veel vormen van geweld.
Die niet even met een rot smoes
zomaar kan terzij gesteld.
Waarom niet aan vrede bouwen
waarom steeds opnieuw die dip.
Steeds weer schending van vertrouwen
steeds weer strandend op een klip.
Waar zal dit op uit gaan lopen
als het kwaad niet wordt getemd.
Kan men nog op toekomst hopen
waarvoor God ons heeft bestemd?
‘k Hoop dat men zich zal bekeren
en het nut daarvan inzien.
Komende tot vredesferen
en elkaar als broeders zien.