eenmaal voor ons uitgespreid.
Als 't moment is aangebroken,
aan het einde van de tijd.
Weet Gods Koninkrijk zal komen,
dat de Heer op aarde sticht.
Waar wij eeuwig zullen wandelen,
in het stralend hemels licht.
Als de hemel neer zal dalen,
met haar glans de aarde boeit.
Zal die als een parel blinken,
die tot wasdom is gegroeid.
Komend met al d' heerlijkheden,
zal de aarde zijn vervuld.
Waarvan God ons laat genieten,
die Hij voor ons oog onthult.
Nimmer zal er leed meer wezen,
nooit geen oorlog meer en pijn.
Zonde voorgoed uitgebannen,
het leven is een groot festijn.
Alle tranen die eens vloeiden,
zijn dan door de Heer gedroogd.
Overal heerst grote vreugde,
en Gods naam wordt steeds verhoogd.