Op vredevleugels wiekt het licht
waarmee 't komt aangevloden.
Met brede slagen naderend
golft het, en vredeboden
vertellen ons van 't komend heil
in oude boeken bladerend.
Verwijzend naar de profetie
die thans aan ons vervuld.
De wereld lichtglans openbaart
waarmee zij wordt omhuld.
Op vredevleugels wiekt het licht,
dalend op d' aarde neer.
En spreidt haar vleugels wijd,
licht uit de hemelsfeer.
Licht dat ons aanraakt vederlicht,
licht dat ons hart beroert.
Verwarmend licht dat ons beklijft,
en vrede met zich voert.
Licht dat in 't duister schijnen blijft,
de mond het duister snoert.