Voor ieder mens komt eens de tijd
Dat men van ’t aardse leven scheidt.
Maar was zijn blik op God gericht
Dan plaatst God hem in ’t eeuwig licht.
Hier mag zijn leven verdergaan
In het door God beloofd bestaan.
Wie ’t uitzicht op de hemel heeft
Is zeker dat hem ’t heil omgeeft.
Dat die hem door God toegezegd
Als men het hoofd heeft neergelegd.
En Hij het heil van God ontvangt
Waarnaar zijn hart zo heeft verlangd.