Op de snelweg van het leven,
ging hij dagelijks jachtend voort.
Met geen tijd om liefd' te geven,
aan 't gezin zoals het hoort.
Druk met arbeid en met zaken,
voor wat anders weinig tijd,
Geld, dat deed hem enkel raken,
was daartoe tot veel bereid.


't Woord van God deed hem niets zeggen,
dat vond hij maar lariekoek.
Dat hij naast zich neer deed leggen,
slechts naar winst bejag op zoek.
Hij verloor zijn vrouw en kind'ren,
eenzaam was hij, nu alleen.
Maar 't verlies deed hem niet hind'ren,
want hij had een hart van steen.


't Geld, succes, deed hem verblinden,
waar hij enkel oog voor had.
Maar de Heer wist hem te vinden,
hield hem staande op zijn pad.
Vriend je tijd is thans gekomen,
sprak de Heer der eeuwigheid.
Je moet met mij mee gaan komen,
maar hij sprak: "Ik heb geen tijd"!
Justus. A van Tricht


24 april 2006

You have no rights to post comments