De bomen zijn al bijna kaal
hun meeste bladeren zijn verdwenen
nu spreken zij een andere taal
tot straks de winter is verschenen.
De bladeren liggen weids verspreid
vergankelijkheid ligt hen te wachten
zij worden erop voorbereid
door stormwind met zijn sterke krachten.
Toch dwarrelt er nog menig blad
in bos en steden naar beneden.
De herfstkleur die een ieder had
behoort thans spoedig tot ’t verleden.
Hun herfsttooi luidt de winter in
getooid met sneeuw op alle bomen.
De lente wordt het nieuw begin
als al de knoppen weer uitkomen.
Zo gaat elk jaar de kringloop rond
van lente zomer herfst en winter.
Met elke dag de morgenstond
waar ’t zonlicht de natuur blijft warmen.