Wij willen zingen van het licht,
gaand door de donk’re nacht.
Het licht dat God heeft uitgestort,
dat Hij in Christus bracht.
Al woedt rond ons een grote strijd,
toch zal dit licht nooit doven.
Het licht dat God heeft toebereid,
wat Hij eens liet beloven.
Verenigd met elkaar te saam,
verbonden met de Heer.
Bezingen wij Zijn grote naam
met jubel keer op keer.
Want door dit licht geleid, gehoed,
dat vrede ons gaat brengen.
Genade Gods in overvloed,
laat 't hart in lofzang mengen.